Arbeidsdeskundig advies


Daar zit ik dan, vers van het weekend, schrijfmap in de hand en een kopje koffie voor me. Aan de andere kant van de tafel 2 mensen, een vrouw en een jonge man van 21 jaar.

Buiten is het fris, want het is half februari, maar de jongen transpireert en plukt nerveus aan zijn trui.

Het is overduidelijk dat hij hier niet wil zitten. Ik vraag hem wat hij nu denkt en hij kijkt wazig langs me. De vrouw zegt dat hij inzit over dit gesprek. Ik stuur hem vast terug naar de schoonmaak en dat wil hij onder geen voorwaarde.

Opnieuw stel ik hem de vraag en hij is even verward. Hoezo vraagt iemand zijn mening? Er is altijd wel iemand die het woord voor hem voert, waarom moet hij nu zelf antwoorden?

Na een korte pauze herhaalt hij zacht de woorden van de vrouw. Hij voegt er aarzelend aan toe, dat hij zich zeker direct weer ziek meldt als dat werkelijk gebeurt en kijkt me zowaar hierbij recht in de ogen. De vrouw neemt het woord. Ze legt uit dat hij autistisch is en kijkt meewarig zijn kant op.

Ik besluit dat het genoeg is geweest. Ik heb zijn dossier bestudeerd, zijn profiel, FML en voorgeschiedenis grondig in me opgenomen en ook overlegd met zijn casemanager hoe hij functioneerde, waar hij werkt, en werkte, wanneer en hoe vaak hij ziekgemeld is en waarom hij dat nog steeds is. Ik ken zijn indicatie en lees zijn zelfoverschatting terug. Dus lieve dame, zal ik nu zelf het gesprek voeren met HEM?

Ze zwijgt, mooi, dat was de bedoeling. Ik vang zijn blik en het gesprek loopt zowaar tussen ons samen. Daar hoor ik zijn dromen en de wens om aansluiting te vinden met de maatschappij. Ik zie zijn tranen hoe hij vecht tegen de vermoeidheid na het werk van een gecompliceerde medische aandoening en zijn vlucht in zijn muziek en zijn tekenen. De afschuw van veel mensen bij elkaar die ongenuanceerde schuttingtaal uiten of gewoon druk en aanwezig zijn rondom hem heen. De afkeer van het poetswerk en dat hij gewoon, normaal wil zijn net als zijn leeftijdsgenootjes. Zijn hoofd is een chaos, met een zender die alles hoort en ziet, zodat het vaak te vol raakt. Hoe meer prikkels hoe groter de chaos. Hij kan wel werken maar het gaat niet en zeker niet daar, waar hij ziek werd.

Ik sta voor een dilemma. De bedrijfsarts geeft geen objectiveerbare beperkingen meer aan en zet hem aan t werk. Zijn indicatie ontkracht een spoor 2 en in spoor 1 zijn alle werkzaamheden buiten schoonmaak ongeschikt in verband met overprikkeling.

Echter……er is nog 1 optie. We hebben een frontoffice in een bedrijfsverzamelgebouw, daar moet de receptie bemand worden. De kandidaat moet er een dagdeel of 2 dagdelen zitten voor 1 man en een paardenkop die langs waait en zijn post haalt of een korte vraag stelt. De slagboom moet 4x per dag open maar er moet toezicht zijn op iedereen die erin en eruit gaat. De baan is voor de meesten saai en men neemt graag wat te handwerken mee of doet spelletjes op de computer. Ik stel het voor aan hem, dan kan hij daar tekenen of gitaar spelen. Hij komt onder de mensen maar wel gestructureerd en er is supervisie van een werkleiding om de 1,5 uur.

Dat is het! Hij mag 4 dagen later proefdraaien. Als ik langs ga 2 weken later, krijg ik een hand en een stralende lach….pffff, ik ben geslaagd! ’T was echt geen makkie.